Op het moment dat het leger de poort binnen dendert, vluchten alle monniken weg van de pandhof. Alleen één monnik blijft rustig staan te midden van alle tumult. Ook als de generaal met geheven zwaard dreigend op hem afkomt en hem probeert te intimideren. De monnik blijft kalm en kijkt hem onbewogen aan. Juist door deze (liefdevolle) passiviteit beseft de generaal dat hij geen macht heeft over de monnik, hem geen angst kan aanjagen. Hij beseft zelfs dat hij onzinnig bezig is. Dit resulteert erin dat hij zich met zijn soldaten terugtrekt en het klooster gespaard blijft. (Saillant detail: er is dus slechts één persoon nodig om een heel klooster te redden!)
wat zou liefde doen?
Love, after all, is the ingredient that separates a sacrifice from ordinary, everyday butchery, zo schrijft Arundhati Roy in haar boek The Ministry of Utmost Happiness. Deze zin past in mijn ogen perfect bij het verhaal van de monnik. Heeft hij de tijd gehad om zichzelf de vraag te stellen: wat zou liefde doen? Ik verwacht het niet. Heeft hij zich überhaupt afgevraagd waarom de soldaten aanvielen? Misschien. Of is hij gewoon bij zijn eigen kern gebleven, in het lege midden, rustig en vredig. Waarschijnlijk dat. Willen we ergens niet allemaal die monnik zijn? Onaantastbaar. Soeverein. Autonoom. Moedig en hoopvol, zelfs op de meest kwetsbare momenten.
Vermoedelijk heeft ook deze monnik een hele weg afgelegd om op dat punt te komen. Ook hij heeft tijdens zijn reis ongetwijfeld fases doorgemaakt, waarin hij om antwoorden en bevestig vroeg buiten zichzelf. Pas later heeft hij zichzelf wellicht steeds vaker de vraag gesteld wat liefde zou doen. Niet het ego, niet de sociaal gewenste reactie, maar wat liefde zou doen? Oprechte liefde vanuit het compassievolle hart. Door onder meer die gedachtegang steeds weer, telkens opnieuw te herhalen, heeft hij uiteindelijk een staat van zijn bereikt, waarin hij te allen tijde zijn innerlijk evenwicht kan bewaren. Vanuit afstemming in zijn eigen hart beheerst hij de kracht van observatie, van oordeelloos waarnemen. In liefde.
bewegen vanuit eigen waarheid
Vanaf dat punt heeft de monnik geen erkenning van anderen meer nodig. Het maakt hem niet uit als mensen hem leuk of lief vinden. Hij vraagt zich niet af waar hij over vijf jaar wil staan of hoe hij zijn oudedagvoorziening moet regelen. Hij leeft in het moment, doet gewoon z’n ding en beweegt vanuit zijn eigen waarheid, wanneer hij voelt dat het nodig is. Zuiver. Eenvoudig. Vriendelijk.
De monnik blijft in verbinding met zijn eigen kern (alignment), ongeacht wat er om hem heen gebeurt. Naar verwachting is hij heel tevreden met zijn leven. Misschien zelfs gelukkiger dan de meeste van ons die op volle toeren meedraaien in the ratrace en weinig benul hebben van onze echte innerlijke waarheid. Het merendeel van ons leven zijn we nog (te) veel gericht op de buitenwereld, op verwachtingen van onszelf of anderen. We leven in een op angst gebaseerde samenleving die voor een groot deel bepaalt wie we mogen zijn, wat we mogen doen én wat we horen te doen. Hebben we daadwerkelijk een gevoel van angst of dreiging nodig om het juiste te doen. En wat is juist? Wie bepaalt dat?
De coronaperiode heeft bewezen dat zelfs landen onderling geen overeenstemming kunnen bereiken over wat goed en veilig is, laat staan dat iedere individu zich hiermee moet verenigen. De eenheid ‘moet’ dus gecreëerd worden op basis van angst en voorschriften, op basis van controlesystemen en trendprognoses. Is dat leven in waarheid – vanuit een staat van zijn – of zijn we dan getrainde kuddedieren die zich conformeren aan een gevormde realiteit.
snakken naar ruimte
Vanuit dat oogpunt is het niet meer dan logisch dat mensen vaak vastlopen en snakken naar meer ruimte voor zichzelf. Je steeds maar aanpassen aan de buitenwereld, terwijl dit indruist tegen je innerlijke beleving, is doodvermoeiend. Zelfs als die innerlijke beleving (nog) onbewust ervaren wordt.
Wat houdt ons toch tegen om thuis te komen in onszelf? Oké, onze wereld zal even kleiner worden wanneer we andere prioriteiten gaan stellen, maar eenmaal over die drempel heen, voelen we zoveel meer vrijheid en rust. Net als de monnik hoeven we alleen maar in het moment aanwezig te zijn en ons te verbinden met dat wat is. Zonder daar een mening of verwachting aan te koppelen. Van onszelf of van een ander. Externe ruis kan ons alleen maar uit de verbinding halen en ons weer meenemen in onze onzekerheid, twijfels en oude patronen. Die oude comfortzone lokt ons uit het hier en nu.
levensacceptatie
Vinden we het echt zo lastig om te leven zonder vooropgestelde verwachtingen en zonder de noodzaak voor specifiek omlijnde resultaten. De controle die we daarover denken te hebben is slechts schijnveiligheid, niemand weet wat het leven ons brengt. Welke angst regeert als we steeds maar alles willen bepalen. Waarom durven we het leven niet gewoon te accepteren en erop te vertrouwen dat het voorziet in alles wat we nodig hebben? Op elk moment van elke dag.
Hoe fijn is het om, telkens wanneer zich een situatie voordoet, even tot tien te tellen voordat we (actief) reageren. Even in ons eigen licht blijven staan om oordeelloos waar te nemen wat zich aandient. Zonder aannames te doen of zaken in te vullen. Gewoon puur observeren. En vervolgens vanuit verankering in onze eigen bron voelen welke reactie vanuit liefde passend is op dat moment. Laten we onszelf wat vaker de vraag stellen: wat zou liefde nu doen? Laten we wat vaker de monnikenoefening doen.
als ik in alignment blijf, ben ik oké en kan alles manifesteren
vanuit licht, liefde en verbinding
alles geven zonder mezelf weg te geven
vanuit licht, liefde en verbinding
ik kan luisteren en voelen wat in het moment mag zijn
vanuit licht, liefde en verbinding
dat is genoeg, meer hoef ik niet te doen
vanuit overgave in licht, liefde en verbinding